“Even een kind kopen in Bangladesh”

In mei 1978 werd er een artikel geplaatst in Panorama, dat ging over adoptie van kinderen uit Bangladesh. Het artikel was geschreven naar aanleiding van een reis die een aantal mensen zelfstandig naar Bangladesh heeft ondernomen. Een journalist van Panorama reisde met hen mee naar Bangladesh. Voor de journalist was dit een bijzondere tocht met een groepje particulieren dat zich Doe-Het-Zelvers noemde en die geen onderdeel uitmaakt van de instantie (BIA) Bureau Interlandelijke Adoptie.

De aanvoerster van de Doe-Het-Zelvers vertelt; ‘’We halen de kinderen zelf uit Bangladesh, omdat dit bij het BIA veel te lang duurt. Je moet bij dat bureau wel vier jaar wachten, voordat je een buitenlands kind in huis hebt. Bovendien is het veel goedkoper als je het zelf doet. Er zijn wel meer van dit soort groepjes als wij, want er is in Nederland een enorme weerzin tegen dat BIA.”

Het was de bekende ex-Leger des Heils-majoor Eva den Hartog die deze aanvoerster ertoe bracht zelf de organisatie van een Bengaalse kindertrip op te zetten. Er waren genoeg kinderen, had Eva haar toevertrouwd en dat BIA toch alles deed op z’n janboerenfluitjes. Al snel waren er twintig mensen bij elkaar, die geen zin hadden de lange BIA-weg te moeten volgen of die door het bureau ongeschikt werden bevonden. Daar gingen ze dan, ergens in maart ´78 om kinderen op te halen én om het BIA te laten zien dat het allemaal vlotter kon.

Het conflict tussen BIA en de Doe-Het-Zelvers

Een van de eerste keren dat het BIA in negatieve zin genoemd werd, was in de uitzending van de NCRV-televisierubriek Hier en Nu. In dat programma werd gesuggereerd, dat het BIA geld zou verdienen aan het plaatsen van buitenlandse kinderen bij Nederlandse ouders. Ook werd gesteld dat het bureau de adoptieprocedure onnodig zou vertragen en opzettelijk het aanbod van kinderen zou beperken. De leiding van het adoptiebureau reageerde de volgende dag furieus op de uitzending. Het bestuur gaf in een landelijk ochtendblad als commentaar: “We zijn werkelijk woedend over dat we daar zonder meer worden neergezet als een stelletje figuren dat verdient aan adoptie. We zijn alleen maar belasterd en zwart gemaakt. Onze telefoon staat nu roodgloeiend van de mensen die boos opbellen en vragen bij wat voor een organisatie ze in vredesnaam zijn aangesloten.” Ook bij de NCRV zelf trokken veel mensen aan de bel. Sommigen wilden weten of de geuite beschuldigingen op feiten gebaseerd waren, anderen kwamen met eigen ervaringen.

Het BIA schijnt niet alleen het recht te hebben om buitenlandse adoptie te regelen. Iedere eenvoudige burger zou dit kunnen. Met een verklaring van de minister op zak, stap je gewoon in het vliegtuig om in een vreemd land een pleegkind op te snorren. Tenminste, als de plaatselijke autoriteiten daar geen bezwaar tegen maken. Want er zijn bepaalde landen die aan particulier initiatief geen boodschap hebben en enkel op overheidsniveau zaken willen doen. Zo wilde ook Bangladesh alleen op dat niveau zaken doen. Daarvoor koos de regering van dat land het BIA uit, want ook daar is men in de veronderstelling dat dit een regeringsinstantie is.

Moslim Manzur

De BIA-belangen werden behartigd door de 30 jarige Bengaal Manzur, die in zijn eigenlijke functie van directeur van de hulporganisatie Terre des Hommes goed op de hoogte is van het kinderleed. Manzur is ondanks zijn nog vrij jeugdige leeftijd een autoriteit in Bangladesh. Overal gaat de deur direct en wagenwijd voor hem open en hij hoeft maar even met zijn gulle gezicht voor het loket te verschijnen (en dat waren er nogal wat in Bangladesh), en alles was zo geregeld. Af en toe moest hij van het rechte pad af om zijn doel, het leveren van zoveel mogelijk adoptiekinderen aan Nederland te bereiken.

Manzur ging in eigen land in de fout door zich te richten op de Doe-Het-Zelvers om voor hen de adoptieprocedure te regelen. Omdat de Bengaalse regering enkel en alleen zaken wilde doen met het BIA, berichtte Manzur officieel dat alles in orde was. De directeur J. van Deth, van het illegale kindertransport was op de hoogte gesteld en had hiervoor zijn toestemming gegeven. Alleen wist hij niet dat de kinderen uit zijn eigen BIA-babyhome werden gehaald.

Ook tegenover de Nederlandse regering was Manzur niet altijd even eerlijk. In Nederland geldt de regel dat buitenlandse kinderen alleen geadopteerd kunnen worden, als deze de leerplichtige leeftijd nog niet bereikt hadden, dus als ze nog geen 6 jaar oud waren. Zitten er echter wat oudere kinderen in dat BIA-huis, dan maakte Manzur ze gewoon wat jonger. Er is toch niemand die dat kan controleren.

Een tweede richtlijn van de Nederlandse regering zegt dat slechts één kind tegelijk in een gezin kan worden opgenomen. Tenzij het om nauw verwante kinderen gaat, zoals een tweeling of een broer en een zus. Wil een Nederlands gezin toch 2 kinderen adopteren en is er geen tweeling voorhanden, dan is dat voor Manzur ook al geen probleem: ‘’Dan maken we gewoon van dat meisje en die jongen een tweeling. Dat heeft toch niemand in de gaten’’. Tja, zo regelde Manzur dus ook voor de Doe-Het-Zelvers het een en ander. Bij het laatste stuk van dit verhaal zou kunnen luiden:

‘’Adoptie, hoe het niet moet!’’.

In theorie leek het allemaal het zo aardig: buiten het BIA om kinderen uit Bangladesh halen. Niks geen gezeur met lange wachtlijsten, BIA mensen die nare vragen stellen, het vetorecht of enorme bedragen. Maar dat was alleen in theorie, want in werkelijkheid ging het toch even heel anders. De organisatirische Mevr. de V. van Doe-Het-Zelvers had nogal wat zaken verkeerd begrepen of getaxeerd te hebben. Zo werd al direct na aankomst in Dacca duidelijk dat er belangrijke misverstanden waren in de correspondentie tussen de V. en Manzur. Er ontstond bijvoorbeeld onenigheid over het aantal kinderen dat naar Nederland zou worden meegenomen. De V. had het voortdurend over achttien á twintig. Manzur hield het op niet meer dan tien. ‘’Ik kan onmogelijk meer kinderen toezeggen dan hier in dit tehuis zijn’’, zei hij. Uiteindelijk wist Manzur de crisis, zoals hij het noemde, te regelen door ergens twee extra kinderen vandaan te toveren en daarnaast de toezegging te doen, dat op korte termijn voor de V. geregeld kon worden.

En zo ontstonden er meer misverstanden tussen Manzur en de V.

Kenmerkend voor deze mislopende expeditie was de check, waarmee de Bengaalse kinderen gekocht werden. Verfrommeld en gescheurd kwam het kostbare papier uit een buideltje. Het was een hoop geld waard, bijna 20.000 gulden. Bij de overhandiging schudde Manzur voor het eerst zijn hoofd. ‘’Het is natuurlijk geweldig, dat deze mensen zo begaan zijn met het lot van de kinderen hier. Maar je moet toch een beetje kunnen organiseren. Nee, dit was eens maar nooit weer. Hier begin ik niet meer aan’’.

En de V? Nee, zij ook niet: ‘’Verschrikkelijk, wat een gedoe is dit geweest. Wat een gezeur. Niemand weet daar in dat land van hoe of wat. Mij niet meer gezien!’’.

Naar aanleiding van het bovenstaande artikel wat in 1978 in Panorama werd geplaatst, kregen alle adoptieouders in mei 1978 een brief van de BIA toegestuurd, om nog meer onrust te voorkomen. Vooral omdat zij zich ervan bewust waren dat met name de ouders en kinderen die uit Bangladesh afkomstig zijn, zich persoonlijk betrokken voelden bij alles wat over deze adopties gezegd werd. Op deze wijze wilden zij hun mening op meer persoonlijke wijze kenbaar maken en de ouders informatie verschaffen over de gang van zaken.

Hieronder een samenvatting in het Nederlands van de reactie van de heer Manzur (BIA-vertegenwoordiger in Dacca) op ‘’Even een kindje kopen in Bangladesh’’.

De schrijver van het artikel beweert dat de regering van Bangladesh in de veronderstelling is dat het BIA een regeringsinstantie is. Dit is een onjuiste en ongefundeerde bewering. Er werken in Bangladesh acht organisaties op het gebied van interlandelijke adoptie en alle acht zijn particuliere organisaties. De regering van Bangladesh wil per land met één organisatie samenwerken.

De leeftijd van de kinderen, waarvan geen geboortedatum bekend is (Bangladesh kent geen geboorteregister), wordt geschat door een arts, nooit door Manzur zelf. Toen bleek dat voor de groep van de V. niet voldoende kinderen beschikbaar waren, hebben deze mensen zelf en op eigen verantwoordelijkheid, wat oudere kinderen uitgezocht. Aan Manzur werd gezegd dat zij dit zelf met de Nederlandse regering zouden afhandelen.

Ook is het onjuist dat Manzur broers en zusters zou maken van kinderen die geen familie van elkaar zijn. De papieren van de kinderen die samen in een Nederlands gezin werden opgenomen, tonen aan dat deze kinderen uit verschillende Bengaalse gezinnen komen. De adoptie gezinnen zelf of de Nederlandse regering dragen hiervoor de verantwoordelijkheid en zeker niet Manzur.

De kosten voor de kinderen voor de groep van mevrouw de V. waren bijna 20.000 gulden. Er werd gesuggereerd dat dit geld voor Manzur persoonlijk zou zijn! Bij de BIA-bemiddelingen zendt het BIA per kind 1.270,00 gulden aan Manzur als adoptiekosten. Dit bedrag is opgebouwd uit: 1. Procedurekosten voor de regering van Bangladesh (alleen al 350,00) en 2. De verzorgingskosten (voeding, kleding, medicijnen, etc.), salaris van het personeel van het BIA opvanghuis in Dacca, transportkosten, visa, officiële papieren, etc. Het BIA ontvangt kostenoverzichten. De V. gaf aan Manzur per kind ongeveer 1.100,00. Dit geld werd eveneens besteed aan al de hierboven genoemde zaken.

De schrijver van het Panorama artikel werd in Bangladesh in de gelegenheid gesteld zich goed op de hoogte te stellen van de situatie van kinderen in nood. Ondanks dat gaat het artikel uitsluitend over adoptie en niet over de andere vormen van hulpverlening. Behalve deze eenzijdigheid is het artikel verwarrend, draagt het niet bij tot het geven van een duidelijk beeld en het zal een negatieve invloed hebben op de adoptie van buitenlandse kinderen in Nederland.

Brief van de Nederlandse Stichting voor Interlandelijke Adoptie en Jeugdwelzijn

In juli 1982  kregen de adoptieouders van de Nederlandse Stichting voor Interlandelijke Adoptie en Jeugdwelzijn een nieuwe brief, met daarin geschreven dat ze dringend hulp nodig hebben.  Vanwege erg vervelende gebeurtenissen in Bangladesh. En of de ouders een snelle reactie op deze brief willen geven. Want wat was het geval?

In een weekblad in Dacca stond een artikel over misbruik op grote schaal van Bengaalse adoptiekinderen, in westerse landen, met name ook in Nederland. Volgens het artikel zouden veel kinderen onder het voorwendsel van adoptie plaatsing naar o.a. Nederland zijn gegaan: dat veel meisjes in bordelen terecht zijn gekomen of onder vernederende omstandigheden gebruikt worden voor pornofilms. (zie het artikel uit PEOPLE) Jongetjes zouden misbruikt worden om te bedelen, soms zelfs nadat ze voor dat doel mismaakt zijn (het artikel geeft ‘’voorbeelden’’ van kreupel maken tot ogen uitsteken!). Het blijkt  dat in Bangladesh aan deze afschuwwekkende onzin in brede kring geloof wordt gehecht. Zelfs in kringen van de regering (in feite: het Militaire Gezag dat sinds april de macht in handen heeft).

Gevolg is dat de Bengalese adoptiewet van 1972 is ingetrokken. Bengalen die in het verleden met interlandelijke adoptie te maken hadden, zijn gearresteerd of worden daarmee bedreigd. Nederland is als betrouwbaar adoptieland in ernstige mate aangetast en bezoedeld. Bij de Bengalese regering heeft het BIA daartegen al geprotesteerd. Ook de Nederlandse ambassade in Dacca en het Ministerie van Justitie was op de hoogte gesteld. Om deze beschuldigingen te ontkrachten, is aangetoond dat alle kinderen écht in gezinnen zijn geplaatst en dat ze daar als eigen kind worden beschouwd, gezond opgroeien en inmiddels (de meesten) wettelijk zijn geadopteerd. Daarvoor waren nodig: de meest recente gegevens, snelle actie en de hulp van de adoptieouders.

Ze kregen een formulier erbij gestuurd en moesten vragen invullen en een kort verhaal aan de hand van de punten die onderaan de brief stond vermeld. Ze wilde dat ze het liefst in het Engels schreven, want dat bespaart veel tijd om alles te vertalen en konden ze het sneller naar Bangladesh versturen.

Om te bewijzen dat de kinderen in gezinnen zijn terecht gekomen en niet in bordelen of als bedelaars op straat. Het ging niet alleen om te strijden voor de goede naam van Nederland als adoptieland en de kwade geruchten de kop in te drukken, maar ook om positieve zekerheid te geven aan degenen in Bangladesh, onder andere bij de autoriteiten, die niet vanuit een oprechte bezorgdheid zijn gaan twijfelen over het lot van de kinderen afkomstig uit hun land. Daarom was alle medewerking van de ouders noodzakelijk. Want over elk ontbrekend rapport zal twijfels doen ontstaan en zou aanleiding kunnen zijn voor: ‘’zie je wel, dat is een ´verdwenen´ kind!’’.

Binnen tien dagen moesten de ouders met een recente foto van hun geadopteerde kind(eren) terug sturen.

Nog even werd erbij geplaatst: ‘’Het zal nodig zijn om te zeggen, maar dit heeft geen enkel gevolg voor uw kind(eren) en u als adoptieouders. Het gaat er de Bengalen niet om kinderen terug te halen, maar om hun bezorgdheid of ze inderdaad wel gelukkig zijn.’’

Mijn Visie op het artikel en de brief van de BIA 

Tja.. Wat moet ik hierop zeggen? Want wie zegt dat wij onbezorgd en gelukkig waren? Heel veel kinderen waren nog te klein om te praten, dus konden ze hierover geen mening hebben. Kinderen die ouder waren, daar werd niets aan gevraagd. Dus hoezo onbezorgd en gelukkig! Bij het lezen van dit hele artikel en de feiten zakt mijn broek van af en heb ik dit met ongeloof gelezen. Er is met onze adoptie veel geknoeid en er zijn behoorlijk wat fouten gemaakt! Van onze generatie hoor je nooit meer iets. We waren gewoon handel en die handel is in de vergetelheid geraakt. Doordat ik nu meer details weet over hoe onze adoptie is gegaan, blijven er bij mij toch nog wat vraagtekens.

Op mijn 21e kreeg ik van mijn ouders al mijn adoptiepapieren en vertelde ze erbij dat ze eerst met een kindje uit Korea bezig waren (wat op dat moment voor mij een enorme klap in mijn gezicht was). Toen dat bijna rond was, kregen ze een telefoontje of een kindje uit Bangladesh ook goed was.

Het was voor hen even omschakelen, van Korea naar Bangladesh. Oké, mijn ouders gingen akkoord. Ik vertelde dat vorig jaar aan een mede geadopteerde en die vertelde precies hetzelfde verhaal. Ook haar ouders waren eerst bezig met een meisje uit Korea en kregen ook een telefoontje of ze voor een kindje uit Bangladesh wilden gaan. Want het Leger des Heils van moeder Theresa ging sluiten.

Afgelopen week sprak ik iemand en die vertelde dat haar ouders ook eerst bezig waren met iemand uit Korea/India en of ze niet iemand uit Bangladesh wilde. Hahaha, we moesten er hier wel om lachen. We grapten ook dat de ouders 2 voor de prijs van 1 kregen. Maar als je er goed over nadenkt, klinkt dit een beetje triest. Het voelde of we inderdaad een handeltje waren. Daarom zat ik dus met nog 2 anderen in een transportvliegtuig. Want tussen de tropische vruchten in, reisden wij naar Nederland!

Mijn adoptieouders zullen mij met alle goede bedoelingen voor een mooie toekomst die in Bangladesh niet mogelijk was, zo liefdevol mogelijk hebben opgevangen. Echte liefde, warmte en genegenheid heb ik echter niet gevoeld. Maar ik koester de fijne momenten die ik met ze heb gehad. Ik ben er van overtuigd, dat mijn ouders hun best probeerden te doen en dat ze van me hielden. Maar dat ook zij niet om wisten te gaan met de adoptiesituatie en door frustratie en de onmacht, dingen deden die ze misschien liever niet gewild hadden. Hierdoor werd mijn jeugd voor mij overleven, in een wereld waar de mensen me niet in begrepen. Een wereld waar ik mij soms erg alleen in voelde en een wereld waar ik voor moest knokken om op mijn eigen benen te kunnen staan!