Deze blog heb ik geschreven op 5 februari…
Vanmorgen dat ik mijn facebook opende, kreeg ik meteen te lezen; ‘’Commissie adviseert kabinet adopties uit buitenland te stoppen na ernstige misstanden.’’
Zó, ik was wakker!
De krant heeft het over een “snoeihard oordeel” over de Nederlandse adoptiecultuur en de rol van de overheid daarbij. Er was volgens de commissie sprake van ernstige misstanden bij adopties van kinderen uit Bangladesh, Brazilië, Colombia, Indonesië en Sri Lanka tussen 1967 en 1997.
Tijdens het onderzoek bleek dat het probleem tot op de dag van vandaag voortduurt. Omdat de adoptiepraktijken nog steeds niet deugen, moet het naar Nederland halen van kinderen voorlopig stoppen, citeert de krant uit het advies.
Hier een klein stukje uit mijn boek…
Leven in twee werelden
Altijd had ik mij open en kwetsbaar opgesteld en het aangedurfd om in deze ‘uniforme’ wereld mezelf te zijn en mij te onderscheiden van anderen. Ik leefde mijn leven en deed mijn ding. Maar toen ik mij ging verdiepen in adoptie en andere geadopteerden leerde kennen, vond ik het opeens heel moeilijk om op deze aardbol nog mezelf te kunnen zijn en schijt te hebben aan wat anderen van mij dachten of vonden. Het voelde alsof niet iedereen mijn zoektocht kon begrijpen of accepteren. De ruimte die ik zocht om mezelf te zijn, voelde voor anderen mogelijk als afstand nemen.
Ik stond in een spagaat, met het ene been tussen de Hollandse kaaskoppen en het andere been tussen de andere Bengalezen. Ik werd onzeker, vooral over hoe mensen op mij konden reageren. Mijn gevoelens kwamen hierdoor behoorlijk overhoop te liggen.
Voor een buitenstaander is adoptie een ver-van-mijn-bed show. De reacties zijn vaak:
“Wees blij dat je hier bent, anders was je al dood geweest.”
“Wees dankbaar dat je ouders je hiernaartoe hebben gehaald.”
“Je hebt het hier toch goed!”
“Kom, het verleden is verleden tijd!”
Natuurlijk, het leven gaat door en ook ik heb altijd overleefd en door geleefd.
Maar in Nederland wonen 40.000 uit het buitenland afkomstige adoptiekinderen, waaronder duizenden die niet weten waar ze vandaan komen. Kijk alleen al naar mijn situatie, ik weet niet wat mijn échte geboortedatum is, dus ik weet niet wanneer ik mijn verjaardag moet vieren en hoe oud ik werkelijk ben. Ik weet ondanks de vele herinneringen die ik heb, en de zoektocht naar familie in 2019,  niet of zij ook werkelijk mijn biologische familie is. Een DNA-test moet dat nog steeds uitwijzen. Heet ik Rina of is mijn naam Uraya, zoals ze zeggen? Ook zeggen ze dat ik op mijn moeder lijk, maar zelf zal ik dat nooit weten, want ik heb geen referentiekader zoals een foto van mijn moeder.
Ik weet niet of er bepaalde ziektes of erfelijkheden in mijn familie zitten en wat genetisch bepaald is. Verder zal ik nooit weten welke karaktertrekken en eigenschappen ik heb geërfd. Ook weet ik niet wat mijn kinderen van hen hebben.
Voor een niet-geadopteerde is dit allemaal vanzelfsprekend. Zij weten dit of kunnen het navragen bij hun familie. Regelmatig hoor ik: “O, de jongste lijkt veel op zijn vader, het is een échte Balm!” En ook de oudste schijnt veel van zijn vaders kant te hebben. Maar niemand weet hoe ik als baby, peuter en kleuter ben geweest en opgroeide.
Veel niet-geadopteerden beseffen niet wat dit met een geadopteerde kan doen. Door deze kortzichtigheid en onwetendheid ontstaat veel onbegrip en frustratie bij geadopteerden. Ze staan hier alleen in en voelen zich niet begrepen. Ondanks dat ik alles goed kan relativeren en hier nog steeds nuchter in sta, raakt het me wel. Vooral wat er over de adopties uit Bangladesh en vele andere landen naar buiten is gebracht, en dan heb ik het nog niet eens over de verhalen die ik van andere geadopteerden heb gehoord.
Filmpje
In februari 2019, exact vijfentwintig jaar, na mijn eerste rootsreis in 1993/1994, ging ik samen met mijn man, Gertjan terug naar Bangladesh. Ik was niet perse op zoek naar familie, maar ik stond wel open mocht zoiets zich voordoen. Ik was eerder benieuwd naar wat ik na vijfentwintig jaar tegen zou komen, wat er veranderd was en hoe het er nu allemaal uitzag.
Verder was ik nieuwsgierig of ik dit keer bij het opsnuiven van bepaalde geuren het gevoel zou hebben van ‘ik kom thuis’, zoals sommige geadopteerden ervaren als ze voet op Bengaalse grond zetten. Nou, om eerlijk te zijn hapte ik stof en snoof ik de geuren van smog, uitlaatgassen en afval op.
Juist toen ik in Bangladesh was om herinneringen op te halen, kwam ik een filmpje op Facebook tegen. Iemand had het in de Facebookgroep van geadopteerde Bengalen geplaatst.
Ik ging rechtop zitten en opende het filmpje. Na het zien van eerst een schooltje, zag ik opeens mezelf als klein meisje in het kindertehuis. Met korte haren en wit jurkje aan, zat ik aan tafel te kleuren. Daarna waren we aan het zingen en eten. En even later zag ik hoe ik het vliegtuig in werd getild en hoe ik enthousiast iedereen gedag zwaaide. Op naar een nieuwe, onbekende toekomst!
Een filmpje van mij op Facebook. Er was gewoon bewegend beeld van mij en er hoefde geen DNA-test aan te pas te komen om te zien dat ik het was. Zelfs de twee meiden, met wie ik naar Nederland ben gekomen, stonden erop. Ook zij hebben nooit van het filmpje geweten.

Honderd keer heb ik het filmpje bekeken en nu nog steeds blijf ik het bizar vinden. Van een vrolijk, lachend en enthousiast meisje dat naar iedereen zwaaide toen ze in Bangladesh het vliegtuig in stapte, was weinig meer over. Ik kwam huilend, schreeuwend en boos het vliegtuig uit. Aangezien ik waarschijnlijk ouder was dan de in mijn paspoort aangegeven geboortedatum (18 november 1971), besefte ik heel goed wat er allemaal gebeurde. Het was koud en ik kwam in een vreemd land met allemaal vreemde, witte mensen!

Wil je meer lezen? In mijn boek Bengaalse curry met een bloemkoolsausje, kan je mijn volledige verhaal lezen. Ik schrijf over de misstanden bij adoptie uit Bangladesh en hoe het daaraan toeging. Verder deel ik mijn ervaringen over mijn eigen adoptie en van anderen in Nederland. Ook beschrijf ik hoe men denkt over het stoppen van Interlandelijke adopties.
Met interviews en citaten van andere geadopteerden uit Bangladesh, spiegel ik mijn beeld met dat van hen. Die verhalen kunnen herkenbaar zijn, maar misschien ook wel leiden tot verbazing en hopelijk tot inspiratie. Je hoeft niet geadopteerd te zijn om dit boek te lezen; ook niet-geadopteerden kunnen zich laten meeslepen door dit verhaal. Ik hoop dat ik jou als lezer met dit boek een kijkje in mijn keuken kan geven.
Het boek is verkrijgbaar in alle boekwinkels en via deze website.